vorige pagina   home   volgende pagina
   
1796 -1830
Rudolf Sandberg en
Laura van Haersolte 1806-1857
De tweede zoon van Jhr. Mr. Albertus Sandberg, die onterfd werd, en aldus niet meer te vinden is in het Adelsboek...

De tragische liefdesgeschiedenis van de straatarme barones Laura Christine van Haersolte (1806-1857), en Rudolf Sandberg (1796-1830), zoon van een van de rijkste burgers van Overijssel.

De familie Van Haersolte was al sedert de veertiende eeuw bekend en werd al eeuwen tot de adel gerekend. De grootvader van Laura was nog een echte landjonker van het Oude Bewind, hij beheerde zijn goederen en vervulde diverse openbare gewestelijke ambten.
volledige stamboom
Detail van een brief uit de originele correspondentie
1731-1808 - Rudolf Sandberg
1768-1843 - Albertus 1778-1854 - Samuel J.
1796-1830 - Rudolf 1819-1895 - Heribert W.A.
  1843-1907 - Cornelis J.
1874-1959 Rudolph A.P.
1912-2004 - Adolphe T.G.
1940 - Rudolphe G.P.
1965 -
Robert A.Th.
1966 -
Edgar R.
Laura was de jongste dochter van Jan van Haersolte. Hij maakte carrière in de nationale politiek tijdens de Bataafse republiek. Zijn handelingen op de geldmarkt waren veel minder gelukkig: hij raakte zijn hele vermogen kwijt en werd in 1810 bankroet verklaard. Een paar jaar later overleed hij zonder een cent voor zijn vrouw en zijn vijf kinderen na te laten. Zijn kinderen zijn bijna allen jong gestorven, behalve zijn dochters Coenradina en Laura.
Laura was op 17-jarige leeftijd bevriend geraakt met jonkheer Rudolf Sandberg, zoon van jonkheer mr. Albert Sandberg. Ze ontmoetten elkaar in Maastricht, waar Rudolf Sandberg in garnizoen lag. Nadat hij overgeplaatst werd naar Zwolle, Deventer en Kampen, hielden zij schriftelijk contact.

Haar moeder, die aanvankelijk niets vermoedde (zoals zij schreef aan de vader van Rudolf), liet haar dochter rustig alleen op huize de Hulst (St. Oedenrode), terwijl zij naar Maastricht ging in verband met haar bemoeienis met de Brabantse Loterij. Gedurende haar afwezigheid bezocht Rudolf Laura en de gevolgen van dit bezoek bleven niet uit: Laura raakte op negentienjarige leeftijd zwanger.
Garnizoen (van Oudfrans garnison) is een militaire term voor een ongedefinieerd aantal soldaten dat op een specifieke plaats is gestationeerd, oorspronkelijk om die plaats te bewaken, maar tegenwoordig ook vaak met die plaats als thuisbasis. Een garnizoensstad is een stad van militair belang, waar een of meer legerafdelingen gevestigd is of zijn. Soms zijn er in een garnizoensstad arsenalen, kazernes en vestingwerken of kampen en oefenterreinen.
De beide gelieven hielden van elkaar maar de liefde maakte niet blind. Zij uitten kritiek op elkaars denken en handelen. Laura’s gedrag is ondanks haar moeilijkheden – ongehuwd en zwanger – heel wat standvastiger dan dat van Rudolf. Hij kon zich niet aan zijn vaders wil – die niets van een huwelijk wilde weten - onttrekken. Evenmin wilde hij Laura in de steek laten. Hij wrong zich in zoveel bochten dat zijn geloofwaardigheid ernstig te lijden had.

Rudolf wilde met haar trouwen maar zag er geen mogelijkheid toe, zijn financiën waren ontoereikend en zijn rijke vader wenste een door hem ongewenst huwelijk niet te ondersteunen.
in een brief dringt haar moeder bij Rudolfs vader aan op een huwelijk. Hij moest daarbij bedenken, dat Laura "wel niet rijk" was, "maar toch een freule Van Haersolte". Tevergeefs echter, want Rudolfs vader gaf geen toestemming, omdat Laura te arm zou zijn.

Inmiddels was het kind geboren en kreeg de namen Rudolf (Dolf) Hermanus van Haersolte. Hij zou later trouwen met jonkvrouw Frederica Diderica Van Rappard.

Een poging om Laura voorgoed af te kopen, liep uit op een tweede zwangerschap en was het begin van een dieptepunt in de relatie. De vriendschap tussen Laura en Rudolf bleef hetzelfde. Rudolf wilde wel met haar trouwen, maar zijn vader bleef halsstarrig in zijn weigering. In 1828 schonk Laura het leven aan een tweede zoon, die de namen Jan Willem Rudolf van Haersolte kreeg. Deze zou later nog vele vruchteloze pogingen doen om in de adelstand te worden verheven.

Toen Rudolf overgeplaatst werd naar Brussel, waar hij kapitein werd bij de grenadiers, een keurregiment dat uit Hollanders en Belgen was samengesteld en dat te Brussel werd gedetacheerd in de Belgische onafhankelijkheidsstrijd, gloorde hoop op een gezamenlijke toekomst voor Laura, Rudolf en hun twee zoontjes.

Eind september vielen de grenadiers onder leiding van prins Frederik Brussel aan. Zij schoten zich een weg door de stad en er vielen honderden doden. Rudolf Sandberg raakte gewond tijdens de Belgische opstand en overleed op 4 oktober 1830. Laura bleef met haar beide kinderen achter.
Het Garderegiment Grenadiers en Jagers is opgericht in 1829 en daarna vaak gewijzigd. Koninklijk Besluit nr. 104 van 7 juli 1829 beval “de oprichting van een afdeling (= 3 bataljons) Grenadiers en twee bataljons Jagers”.

Zij moeten “onder het oog des Konings” dienstdoen, wat inhoudt dat ze worden gelegerd waar de Koning regeert. Zo vingen ze in Brussel in augustus 1830 de eerste klap van de Belgische opstand op, beveiligden ze Den Haag in 1914-1918 en verdedigden ze Den Haag in mei 1940.
Rudolfs laatste brief bevatte vrij definitieve plannen over Laura’s verhuizing naar de directe omgeving van Brussel. Dat betekende tevens het einde van hun correspondentie. Nog geen twee maanden later overleed Rudolf, nadat hij op zijn sterfbed nog op schrift gesteld had, dat zijn vader en zijn broers goed moesten zorgen voor zijn "Laurette". Laura kreeg van Rudolfs vader, en nadat die overleden was, van zijn broers, financiële steun.

Laura bleef achter met haar twee onwettige kinderen, die in grote armoede opgroeiden. Ze schreef herhaaldelijk met de familie Sandberg die haar (op bescheiden wijze) financieel ondersteunde.

De twee broers, Dolf (1825- 1859) en Jan van Haersolte (1828-1901) ontbeerden door hun onwettige geboorte, wat voor hun wettige neven en nichten heel vanzelfsprekend was: aanzien en geld.

In 1867 riep de jongste Sandberg een stichting in het leven ter ondersteuning van minvermogende familieleden, maar voor Laura en haar kinderen kwam dat initiatief te laat. De kinderen van Laura barones van Haersolte, Dolf en Jan, hadden geen adellijke status.

En doordat hun vader niet met hun moeder was getrouwd, droegen zij haar familienaam. Met Rudolfs dood was elke mogelijkheid tot legitimatie, en daarmee tot adeldom, vervlogen en erfenissen lagen niet automatisch binnen bereik.

De onwettige geboorte bleef de kinderen van Laura achtervolgen, want op hun geboorteakte was het ontbreken van een wettige vader pijnlijk zichtbaar.

De jongens kwamen alnog goed terecht, Dolf werd belastinginspecteur en trouwde met een adellijke vrouw, Jan bleef ongehuwd en maakte carrière als ingenieurverificateur.
Bronnen: wikipedia, M.L. Hansen, archieven.nl, genealogieonline.nl
Webpagina gemaakt, en onderzoek gedaan, door Tanya Sandberg-Barrow